Namasté! Dat is het woord dat ik de afgelopen dagen het meest heb gehoord. Vaak gevolgd door “come see my shop”, maar ook gewoon zomaar op straat. Pushkar staat bekend als ‘traveler haven’ en met recht, wat een relaxt dorp.
De ochtend dat ik zou vertrekken, werd ik gewekt door een gerommel in mijn buik. Een toiletbezoek bevestigde wat ik al vreesde: diarree. Waarschijnlijk opgelopen tijdens de citytour-lunch waar ik tegen alle advies om vooral geen rauwe ongepelde groente te eten in toch een tomaat heb genuttigd. Stom! Voorzichtig wat ontbeten, geroosterde boterham, gekookt eitje, kopje thee en het een uurtje aangezien. Toen het erop leek dat het bij 1 uitbarsting zou blijven (ja, ik weet het, TMI) de gok maar genomen en de lokale bus naar Pushkar gepakt.
Opgelicht
Na een kleine 2 uur stond ik op het busstation van Ajmer, de dichtstbijzijnde grote stad bij Pushkar. Hier ben ik ouderwets opgelicht door een taxi/riksja-chauffeur voor het laatste stukje. Normaal gebeurt me dit niet meer zo snel, maar dit was een mooi staaltje bait&switch waarbij ik mezelf vastlulde, knap werk. Een hobbelige rit van een half uur bracht me aan de rand van Pushkar, dat auto- en riksjavrij is, maar zo klein dat alles is te belopen. Ingecheckt in budget-hotelletje en snel het dorp gaan verkennen.
Pushkar is gebouwd rondom een klein meertje en staat bekend om 3 dingen: Ten eerste is het een Hindoe-heiligdom. Het meertje zou zijn ontstaan toen Brahma een lotusbloem liet vallen. Iedere Hindoe wil tenminste 1 keer een bedevaart maken om hier te baden. Het barst dan ook van de tempels, waaronder een van de weinige Brahma-tempels in India.
Ten tweede is het de plek van de grootste kamelenmarkt van India die jaarlijks in de maand Kartika, ongeveer oktober, wordt gehouden. Rondom de markt is een grote sideshow met slangenbezweerders, worstelaars, kamelenschoonheidswedstrijden, etc. Het dorp van 1500 inwoners barst in die week uit z’n voegen met zo’n 200.000 bezoekers en handelaars.
Ten derde is Pushkar een bacpackersparadijs met rijen goedkope hotelletjes, restaurants en winkeltjes waar allerhande souvenirs worden verkocht, van traditionele Indiase neussieraden tot didgeridoos. Maar dan nèt wat leuker en van betere kwaliteit dan op andere plekken. Ik heb me dus ongans gekocht aan een voorraad Indiase overhemden waar ik de rest van m’n leven mee vooruit kan, samen voor 11 euro.
Sadoes & backpackers
Deze 3 heel verschillende doelgroepen zorgen dat Pushkar mooi in balans blijft en niet één groep de overhand krijgt. Sadoes lopen gebroederlijk naast gedreadlockte backpackers naast riekende kamelenmannetjes. De sfeer is daardoor bijzonder gemoedelijk en relaxt, zodat je al snel met een glimlach door het dorp slentert. Doordat het zo klein is, feitelijk maar 1 straat met wat zijstraatjes, (her)ken je mensen ook gauw en word je al snel begroet met “Namasté, how are you this morning?” Ik had hier best wat langer willen blijven, maar ‘helaas’ vetrekt morgen mijn trein naar Mumbai vanuit Jaipur, dus aan het eind van de middag heb ik de taxi terug naar Ajmer en vandaar de bus terug naar Jaipur genomen.
Hongerige Wolf
Bij het laatste kopje chai heb ik helaas mijn geliefde Hongerige Wolf-zonnebril op tafel van het café laten liggen, kwam er in de taxi naar Ajmer achter. Zal dus snel een nieuwe bril moeten scoren, zonder is heel vervelend. Maar ik kan wel genieten van het idee dat er nu waarschijnlijk een Indiër rondloopt met een zonnebril van een festival in een piepklein dorpje in Noord-oost Groningen 🙂
(De héél oplettende lezer zal zijn opgevallen dat er iets niet klopt in de dagtelling van deze post. Ergens ben ik een paar dagen kwijtgeraakt (in de telling, niet fysiek, geloof ik). Trek ik wel een keer recht, maar voor nu loopt de werkelijkheid weer synchroon met mijn telling. Of andersom.)