Zoals ik in het vorige blogje al schreef, had de trein van Agra naar Jaipur 18 uur vertraging. Er wordt wel gezegd dat iedere toerist in India een breekpunt heeft, dit was het mijne. Ik was helemaal klaar met de zooi, het niet werken van dingen, de money situation, etc. Heb zelfs zitten uitzoeken wat een ticket naar Sri Lanka, Malediven of Nepal zou kosten om daar mijn vakantie voort te zetten, landen waar ze wél weten hoe ze met toeristen moeten omgaan, de infrastructuur wél werkt en wel geld te krijgen is. Maar na een uur of twaalf wachten tradt er toch een zekere berusting op. Ik had nog genoeg geld voor paar dagen, eten en drinken was genoeg te krijgen, had een e-reader met voldoende boeken en het gesprek met het Franse en Poolse stel in de eerste klas wachtruimte was best gezellig (stel je wederom niet teveel voor bij ‘eerste klas’, dit betekende alleen dat er stoelen waren om op te zitten.) De Polen hadden fles wodka bij zich, en zo gleed de nacht langzaam voorbij.

Toen de trein om 4.55u eindelijk aankwam en ik mijn plaatsje gevonden had, was ik weer redelijk zen. Ik deelde het slaapcompartiment met een Indiase familie die me direct ‘adopteerde’ toen ik over mijn ervaringen vertelde. Alsof ze het wilde goedmaken namens heel India: bemoedigende woorden, kopjes chai, bananen, koekjes en oprecht geïnteresseerde vragen. Na een half uur mijn bed opgezocht en vrijwel direct als een blok in slaap gevallen. Toen ik wakker werd, stond de trein stil op het station voor Jaipur, een kwartier later reden we binnen.

City tour

Op platform 1 van Jaipur CS zit een kantoor van de zeer behulpzame Rajasthan Tourist Development Corporation (RTDC). Hier direct een city tour voor de dag erna geboekt (voor 400 roepie, 6 euro, inclusief lunch!). Deze zou weliswaar pas om 18u weer bij het station terug zijn, terwijl mijn trein naar Mumbai om 14u zou vertrekken, maar gezien de reguliere vertragingen besloot ik de gok maar te wagen. Met behulp van een geüniformeerd mannetje van de RTDC in een Riksja gepropt en 5 minuten later stond ik bij mijn geboekte Atithi Guesthouse. Wat meer upmarket dan het hotel in Agra, maar met als voordeel dat ik met de creditcard kon betalen en cash in mijn zak hield. Na opgefrist en gegeten te hebben stukje in de wijk rondgewandeld, onder meer op zoek naar een werkende pinautomaat (vergeefs), dit blog bijgewerkt en wat gekletst met een Portugese reisleider die ik op het dakterras van hotel tegenkwam en op tijd naar bed gegaan.

20161204_160602 20161204_161311-1-1

De volgende dag voor aanvang van citytour toch maar mijn treinticket naar Mumbai omgeruild: Jaipur was het vertrekpunt van deze trein, wat betekende dat deze hoogstwaarschijnlijk geen vertraging zou hebben en ik ‘m zou missen. Er was nog een ticket beschikbaar voor de 7e, wat betekende dat ik 2 dagen extra in Rajasthan zou hebben. Geen straf, ook Pushkar en Udaipur stonden op het lijstje, die kwamen ineens binnen bereik.

In de bus van de citytour bleek ik de enige te zijn die geen Hindi sprak, waardoor de gids speciaal voor mij alles in 2 talen moest doen. Best een beetje akward. De tour voerde in hoog tempo langs alle belangrijke bezienswaardigheden van Jaipur: de oude stad (Pink city), paleis van de Maharadja, drie forten, verschillende tempels, etc.

Lelijke spreien

Hoewel zo’n citytour een snelle en goedkope manier is om veel te zien, is het toch niet helemaal mijn ding. Hoe erg de gids ook z’n best deed met vragen en anekdotes, bleef het in ingeblikt verhaal dat hij al voor de 1000ste keer vertelde. Het moordende tempo, nergens meer dan 3 kwartier per stop en 10+ stops op een dag, en de verplichte verkoopdemonstratie in de middag van de meest lelijke spreien (spreis?) die ik ooit gezien heb, maakt dat ik dit niet snel nog een keer zal doen. Volgende keer huur ik gewoon een riksja en doe het op eigen gelegenheid.

20161204_084630

Inmiddels begin ik aardig te wennen aan de Indiase hustle & bustle. Waar ik in Delhi na 1,5 dag al hoofdpijn had van de herrie en de drukte, valt het doorlopende getoeter en geroep me nu nauwelijks meer op. Pas toen ik bij een van de forten ineens vogels en windgeruis hoorde, realiseerde ik me dat de ‘normale’ drukte er niet was. Ook het doorlopend aangesproken worden voor vanalles begint te wennen. Ik werd benaderd door straatmannetje met ‘I have medicine. Will let your hair grow back. Special price!’ In plaats van negeren en doorlopen, moest ik zo lachen dat ik ‘m bíjna z’n gang heb laten gaan.

Hakuna Matata

Wat me nog niet zo was opgevallen, werd goed uitgelegd door de Portugese reisleider die ik sprak: mensen worden nooit boos. Ja, iedereen rijdt met z’n hand op de toeter druk gebarend rond en gesprekken klinken alsof de ander echt écht overtuigd moet worden van iets, maar het ontaardt nooit in ruzie. Mensen ondergaan alles leidzaam. Dat is een positievere interpretatie van de apathie die ik eerder constateerde en hangt nauw samen met het Hindoe-geloof: mensen geloven dat als ze in dit leven goed leven, het in het volgend leven beter zal zijn. Je hoeft dus alleen maar te zorgen dat je je leven een beetje leuk doorkomt en niet teveel rotzooi uithaalt, dan wordt het in je volgende leven vast beter. Wij westerlingen geloven daar niet in en moeten álles in dit leven doen. Dat verklaart onze soms moordende ambitie en de wil om alles beter, sneller en efficiënter te maken. Indiërs kennen dat niet, die vinden het prima als dingen ‘half-assed’ zijn. Een soort hakuna matata.

20161204_171901 20161204_102845

Wat ook is blijven hangen, zijn de wijze woorden van Nederlands-Indiase vriend Sachin via de WhatsApp-hulplijn die hij voor me in het leven heeft geroepen: “You have to embrace the chaos and things will work out. That is the Indian way!” En inderdaad: ik wilde vandaag een buskaartje kopen naar Pushkar. Me door hotelreceptie weg naar busstation laten wijzen, daar aangekomen bleek dit een gigantische chaos van bussen, loketjes, mensen met kaartjesmachientjes etc. te zijn waar werkelijk geen touw aan vast te knopen was. Maar binnen 10 minuten had ik een kaartje en zat ik in de goede bus op weg naar Ajmer, de dichtstbijzijnde stad bij Pushkar.

Dus dat doe ik maar. Ik omarm de chaos en zie wel waar ik kom. En alsof het lot ermee speelt: ik heb inmiddels een werkende pinautomaat gevonden! Op de terugweg van het restaurant liep ik ergens verkeerd en kwam in achterafstraatjes terecht. In een hoekje stond een wat verstopte ATM, mèt geld erin. Direct al m’n pasjes en creditcards doorheen getrokken en nu ben ik de trotse eigenaar van 25.000 kraakverse roepies, genoeg om een week of 2 mee vooruit te kunnen.