Halverwege de reis alweer, time flies when you’re having fun. Na uitgecheckt te hebben in het fantastische hotel in Jaipur waar ze ondanks mijn aandringen geen fooi wilde accepteren, die ze absoluut verdiend hadden, stond ik om 11u op het station. De trein zou pas om 14u vetrekken, dus ik had nog mooi tijd voor de twee klusjes op mijn lijst: een nieuwe zonnebril en een lokale simkaart scoren. Mijn backpack dus in de cloakroom gestald en de stad ingewandeld.

Klusje twee was relatief snel geregeld, ondanks het uitgebreide formulier inclusief pasfoto, naam, adres en telefoonnummer lokaal contact en naam en beroep vader (e.v.a). Klusje twee, een zonnebril, bleek wat lastiger. Ik was in de verkeerde wijk voor zonnebrillen, wist een winkelmannetje te vertellen. Maar een riksja heen en terug naar de goede wijk zou maar 100 roepie kosten. Dat maar even gelaten en rustig naar het station gewandeld. Waar de trein, oh wonder, OP TIJD VERTROK!

Ik deelde het compartiment met een stel en hun zoontje van een jaar of 4. En zo lief en spraakzaam als mijn vorige treingenoten waren, zo stug en zwijgzaam waren deze. In de hele reis van 18 uur, de langste treinreis van mijn leven, hebben ze ongeveer 10 woorden met elkaar gewisseld, en 1 met mij: hallo. Mezelf dus vermaakt met uit het raam kijken, verlanglijstje voor sinterkerst maken (mooi lijstje hè, ma?), beetje lezen, etc. Tegen zevenen kwam de treincateringservice langs met tot mijn verbazing erg smakelijke en betaalbare thali’s (thali’s zijn zoiets als huisschotels, een bord met verschillende vakjes meestal gevuld met diverse prutjes, rijst en een paar naan-achtige broodjes. Ieder restaurant hier heeft ze).

20161207_201442

Rond elf uur mijn bedje opgemaakt en gaan liggen, maar ik kon de slaap niet vatten. Omdat iedereen inmiddels onder zeil was, vond ik het een beetje asociaal om het licht aan te doen en te gaan lezen, dus maar een beetje zitten mijmeren en mijn zonden overdacht. Tegen tweeën ben ik uiteindelijk in slaap gevallen, om kwart over 7 werd ik weer wakker en zag ik uit het raam dat we de buitenwijken van Mumbai aan het binnenrijden waren. Om 7.40u, stipt op tijd (het moet niet gekker worden) reden we Mumbai Central binnen.

In de stationshal werd ik opgewacht door een horde taximannetjes. Wijsgeworden ben ik niet op hun aanbod ingegaan en ben het station uitgewandeld, eerste rechts, eerste links, en daar een taxi uitgezocht. Voor 200 roepie wilde die me wel naar hotel Happy Home brengen. Tot mijn verbazing zat er een echte meter in de taxi, die bij aankomst een hóger bedrag dan 200rp aangaf. Dat voelde wel even lekker!

Happy home

Hotel Happy Home bleek gevestigd op de derde verdieping van een prachtig koloniaal pand, waar sinds de Britten in 1948 vertrokken zijn geen onderhoud meer aan is gepleegd. De kamer was de een-na-kleinste hotelkamer waar ik ooit geslapen heb (mijn hotel in Manhattan spant nog steeds de kroon), maar het was schoon(ig) en het personeel vriendelijk, dus voor 2 nachtjes prima te doen. Na wat zaken geregeld te hebben (vliegticket naar volgende bestemming, ben nu wel klaar met treinen, en slum-tour voor volgende dag) de stad gaan verkennen. De belangrijkste sites liggen op loopafstand van hotel, dus verplicht rondje Gateway of India, Taj Mahal Palace Hotel (bekend van de aanslagen in 2008) en Sassoon dock fish market gedaan.

20161208_093103

Inmiddels had ik al aardig wat kilometers in de benen zitten en liet het gebrek aan slaap van de nacht ervoor zich voelen, dus rond 16u teruggegaan naar hotel en een middagdutje gedaan. Rond 19u wakker geworden en in de buurt wat gegeten. Het plan om ook nog Chowpatty beach, het belangrijkste ‘flaneergebied’ van Mumbai, te bezoeken maar laten varen en op tijd mijn bed opgezocht. De volgende dag stond de Dharavi slum tour op het programma die om 8.30u zou beginnen.

20161208_140356

Dharavi

Het ontbijt in hotel Happy Home was van 8-9u. Dat zou ik dus missen, omdat ik een beetje bijtijds bij het startpunt van de tour wilde zijn en dat toch 20 minuten lopen was. Aangekomen bij het kantoor van Reality Tours werd ik opgewacht door een gebrekkig Engels sprekende jongeman. Ik was de eerste, snel na mij kwam een Japans stel, Mozima en Atst, aan. De 4e deelnemer meldde zich na een kwartier af, zodat we gedrieën met tourguide Nano in een lekker geairconditionde auto richting noorden reden. Onderweg vertelde Nano in vloeiend Engels een hoop wetenswaardigheden over de ‘achterkant van de stad’: de prostitutie, de impact van de aanslagen in 2008, etc. Na een laatste stop waar we nog even een kop koffie dronken (en ik een slecht broodje als ontbijt at), liepen we Dharavi binnen.

Dharavi is de grootste sloppenwijk van Azië en waarschijnlijk van de wereld. Op een oppervlakte van krap 1,5 km2 wonen en werken hier naar schatting een miljoen mensen bij en op elkaar. Iedereen die de film Slumdog Millionaire heeft gezien kan zich hier een beeld bij vormen, hoewel dat beeld niet erg wordt gedeeld door de Mumbaikers. Ja, het is arm, vies en mensen worden niet ouder dan 50, 55. Maar het is ook een bloeiende economie met een omzet van 700 miljoen dollar per jaar.

31364570831_7effa2aec0_b

80% van de economie van Dharavi draait op het recyclen van plastic. Dat wordt door heel de stad opgehaald door de ene groep, waarna een andere groep het sorteert en een derde groep het versnippert, wast, smelt, kleurt en in pellets, kleine korreltjes, weer verkoopt aan de industrie. Allemaal in een ‘woonwijk’ met straatjes van 50cm breed, 3 hoog, golfplaten.

Het eerste deel van de tour voerde langs een serie plasticrecyclingbedrijfjes. Het hele proces werd hier inzichtelijk gemaakt. Omdat dit allemaal op een amateuristische manier gebeurt met houtvuurtjes en primitieve machines, was de chemische stank van gesmolten plastic hier niet te harden. En daar leven dus honderduizenden mensen in. Triest en indrukwekkend tegelijk. Het tweede deel voerde langs een meer woonwijk. En in tegenstelling tot wat ik van sloppenwijken dacht, was dit wonderlijk normaal: winkeltjes, markten, schooltjes en zelfs een pinautomaat (in een aanhanger).

Natuurlijk heb ik niet het écht ranzige deel van Dharavi gezien en presenteert de tourclub vooral het positieve beeld van de wijk. Maar deze club, Reality tours & travel (onthoud die naam als je ooit in Mumbai bent) heeft wel het hart op de goede plek: 80% van de winst van tours gaat terug naar projecten in de wijk. Mijn beeld van sloppen zal in ieder geval nooit meer hetzelfde zijn.

Airtel

In Jaipur had ik een lokale prepaid simkaart aangeschaft om niet zo afhankelijk te zijn van wifi en ook on the road een beetje bereikbaar te zijn. Deze zou binnen 4u actief moeten worden en na het bellen van een bepaald nummer moeten werken. Nou, nee dus. Na 4x met dit nummer gebeld te hebben de moed opgegeven en me na de tour naar het kantoor van  Airtel, de lokale provider, vervoegd. Helaas een flink eind van mijn hotel vandaan, dus met de taxi. Hier via de medewerker, senior medewerker en supervisor uiteindelijk bij de manager belandt (een jonge en bloedmooie dame overigens 🙂 ). Die snapte het ook niet, en na druk telefoon-, mail- en WhatsApp-verkeer met Jaipur werd me een nieuwe simkaart aangeboden. Die zou het na een uurtje moeten gaan doen. Omdat ik inmiddels aardig honger had, besloot ik eerst maar ergens te gaan lunchen en te kijken of eea inderdaad zou gaan werken. Onderweg werd ik aangesproken door een vrolijke Mumbaiker die me wel zijn favoriete restaurant in de buurt wilde wijzen, en mee wilde eten. Een Hollander had hij nog nooit gesproken en hij verzamelde buitenlanders. Na een heerlijke lunch, thali natuurlijk, en een leuk gesprek weer terug naar de Airtel-winkel, want nog steeds geen verbinding. Na wederom druk mail/bel/WhatsApp-verkeer en enkele ‘managerial ingrepen’ deed mijn sim het bíjna. Ik kon bellen en gebeld worden, maar had nog geen dataverbinding. Op last van de manager werd mij een medewerker toegewezen die niet naar huis mocht voordat alles werkte op mijn telefoon. Na veel resetten, bellen, instellingen en nog meer resetten heb ik nu een volledig werkend Indiaas telefoonnummer: +917900076580 (txt me!).

20161209_153534

Inmiddels was het half 7, spitsuur, dus was een taxi ineens niet meer zo makkelijk te krijgen. De eerste chauffeur die ik aansprak weigerde überhaupt naar Colaba, de wijk van mijn hotel te rijden, de tweede vroeg 200 roepie voor een ritje dat op de heenweg maar 50 had gekost. Onderhandelen had geen zin, hij weigerde pertinent en nogal arrogant. Als ik ooit de neiging had een Indiër keihard op z’n smoel te slaan, was het deze wel. Ik had mijn laatste middag in Mumbai wat anders voorgesteld dan heen en weer lopen naar de Airtel-winkel. Maar dit is India, dit hoort erbij. Embrace the chaos!

Na een stukje de goede kant op gelopen te zijn een andere taxi gevonden die me voor 100rp, (€1,50, ja, waar hebben we het over?) wel voor hotel af wilde zetten. In het buurtwinkeltje sandwich en wat drinken gehaald, blogje getypt en nu naar bed. Morgen lekker lui met het vliegtuig naar Goa om daar een week in een strandhutje te gaan zitten. Of, nouja, een week is ook wel weer lang. En er is nog heel veel te zien. Dus wellicht ga ik toch nog naar Hampi. Of Chennai. Of de Andaman eilanden. Nu we er toch zijn 🙂